Als meneer X zijn neef zijn nicht noemt en vice versa, wie kan daar dan iets op aan te merken hebben, behalve de conciërge?
Men blinkt slechts in een genre uit voor zover men er niet van houdt.
Een hommel in je oor, een kikker in je keel, wat meer kun je je wensen als oude eenzelvige stadsbewoner met een zwak voor het buitenleven?