Een kind wordt niet verrijkt door een boek met kinderachtigheden.
Als je over een boek spreekt, is het haast even stompzinnig om te zeggen ‘Het is heel intelligent gedaan’ als ‘Hij hield veel van zijn moeder’.
Boeken zijn het werk van de eenzaamheid en kinderen van de stilte. Kinderen van de stilte behoren niets gemeen te hebben met kinderen van het spreken.