Hohenemser, Ernst

Wie snel beledigd is, wordt snel beledigd.

    – Ernst Hohenemser, Aforismen, vert. Erik de Smedt

Roem is ook maar bijgeloof. Maakt het verschil of je aan de onsterfelijkheid van de naam gelooft of aan die van de ziel?

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 533, vert. Erik de Smedt

Zien zonder te denken is net zo waardeloos als denken zonder te zien. Alleen wie ziet en denkt – denkt en ziet – ziet.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 490, vert. Erik de Smedt

Kunst is een reactie van de verbeelding op de indrukken van het leven.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 443, vert. Erik de Smedt

Liefde is niets anders dan een oase in de woestijn van haat.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 1043, vert. Erik de Smedt

Zelfs de smerigste koe geeft sneeuwwitte melk.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 1082, vert. Erik de Smedt

Geen enkele stijl is volmaakt zolang je er nog aan merkt dat hij gewild of gezocht is. Wat je zoekt, heb je immers nog niet gevonden.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 416, vert. Erik de Smedt

De moraal zegt: ‘Je kunt, want je moet.’ Kunst: ‘Je mag, want je kunt.’

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 679, vert. Erik de Smedt

Toegegeven, kunst is immoreel, er moet partij worden gekozen. Maar wij kiezen kunst.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 401, vert. Erik de Smedt

Waarheid is net gedestilleerd water; als dat met de lucht in aanraking komt, wordt het chemisch onzuiver.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 1126 vert. Erik de Smedt

Bacillen hebben het gewonnen van de mammoet – dat is de waarheid over de strijd om het bestaan.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 962, vert. Erik de Smedt

De zogenaamde zegeningen van de religie vallen met andere middelen te verkrijgen, en beter.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 1295 vert. Erik de Smedt

Het is met domheid gesteld als met de geologische tijdperken: je voorstelling ervan is nooit groot genoeg.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 354, vert. Erik de Smedt

Of met vrees, of met hoop: het geloof van de mens is altijd getrouwd.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 145, vert. Erik de Smedt

Wie schuchter is bewijst dat het hem gaat om de indruk die hij maakt.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 315, vert. Erik de Smedt

Zelden zegt iemand voor de grap iets wat hij niet ernstig meent.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 130, vert. Erik de Smedt

Snobisme is weliswaar een jeugdziekte, maar laat net als de pokken littekens na.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 744, vert. Erik de Smedt

Mensen begrijpen niet dat je niet op hun manier gelukkig wil zijn.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 724, vert. Erik de Smedt

Door het struikgewas van uitgestelde plichten dringt niet één zonnestraal.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 693, vert. Erik de Smedt

Moraal is afgunst.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 660, vert. Erik de Smedt

Geluk is duur: het wordt met geluk betaald.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 834, vert. Erik de Smedt

Wat ze uit de aarde opgraven, begraven ze in de musea.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 560, vert. Erik de Smedt

In de estheet wordt de cultuur een karikatuur; in de fanaticus de religie.

    – Ernst Hohensemser, Aphorismen, 576, vert. Erik de Smedt

Liefde is in het geheim weten wat de voordelen van de geliefde zijn.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 974, vert. Erik de Smedt

Het doel van het leven is het leven zelf.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 784, vert. Erik de Smedt

De rechte weg is de kortste – naar het fiasco.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 869, vert. Erik de Smedt

Een oordeel is een projectiel dat vaak de schutter treft en niet het doel.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 1194, vert. Erik de Smedt

Een wijs man leert meer uit een domme vraag dan een dwaas uit een verstandig antwoord.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 1057, vert. Erik de Smedt

Kunst verdedigt het individu tegen de samenleving, moraal de samenleving tegen het individu.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 400, vert. Erik de Smedt

Kan er iets flauwer zijn dan bescheidenheid waarin je het zout van de trots niet kunt proeven?

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 240, vert. Erik de Smedt

Een hoge dunk van jezelf mag je geen ogenblik vergeten en geen ogenblik laten zien.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 252, vert. Erik de Smedt

Het valt makkelijk te achterhalen wat iemand wil zijn, veel moeilijker wat iemand is.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 83, vert. Erik de Smedt

Wie praalt bewijst dat hij zichzelf niets waard vindt.

    Ernst Hohenemser, Aphorismen, 82, vert. Erik de Smedt

Het schaamrood is de rozenknop van de ijdelheid.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 313, vert. Erik de Smedt

Zelfkennis is de eerste stap naar huichelarij.

    – Ernst Hohenemser, Aphorismen, 94, vert. Erik de Smedt