Perec, Georges

Niets lijkt méér op een verlaten plek dan een andere verlaten plek.

    – Georges Perec, Ellis Island, vert. R.H.

Werken om te produceren is produceren om te consumeren en vice versa et cetera.

    – Georges Perec, Tips en wenken voor wie zijn afdelingschef om opslag wil vragen, vert. R.H.

Hoe meer we minder snel produceren des te minder we langzamer consumeren.

    – Georges Perec, Tips en wenken voor wie zijn afdelingschef om opslag wil vragen, vert. R.H.

Als we onze meerderen niet vertrouwen komen we nergens.

    – Georges Perec, Tips en wenken voor wie zijn afdelingschef om opslag wil vragen, vert. R.H.

Stoofsla stimuleert de scheppende verbeeldingskracht.

    – Georges Perec, Tips en wenken voor wie zijn afdelingschef om opslag wil vragen, vert. R.H.

Je moet het altijd eenvoudig houden anders zou het om tureluurs te worden zijn.

    Georges Perec, Tips en wenken voor wie zijn afdelingschef om opslag wil vragen, vert. R.H.

Leven is van de ene ruimte naar de andere overgaan en proberen je daarbij zo min mogelijk te stoten.

    – Georges Perec, Ruimten rondom, vert. R.H.

We zouden moeten leren meer in het trappenhuis te leven. Maar hoe?

    – Georges Perec, Ruimten rondom, vert. R.H.

Je hebt je nooit in ernst afgevraagd wat er eerder was, de kip of het ei.

    – Georges Perec, Een man die slaapt, vert. R.H.

Het platteland is buitenland.

    – Georges Perec, Ruimten rondom, vert. R.H.

Wat geldt voor drie geldt niet noodzakelijkerwijs voor vier.

    – Georges Perec, Tips en wenken voor wie zijn afdelingschef om opslag wil vragen, vert. R.H.

Je kunt de God van de honden zijn, de God van de katten, de God van de armen, alles wat je daarvoor nodig hebt is een leiband, wat gesneden long of een bescheiden kapitaal, maar je zult nooit de baas van de boom zijn.

    – Georges Perec, Een man die slaapt, vert. R.H.

We slapen ons leven en droomloos is onze slaap.

    – Georges Perec, ‘Nader tot wat?’, Ik ben geboren, vert. R.H.

Er is niets onmenselijks aan een stad, of het moest onze eigen menselijkheid zijn.

    – Georges Perec, Ruimten rondom, vert. R.H.

Genesteld in mijn bed heb ik veel gereisd.

    – Georges Perec, Ruimten rondom, vert. R.H.

Veranderen valt niet mee, al was het maar de plaats van je meubels.

    – Georges Perec, Ruimten rondom, vert. R.H.

Wat een schitterende uitvinding is de mens! Hij kan in zijn handen blazen als hij die wil warmen en op zijn soep als die te warm is.

    – Georges Perec, Een man die slaapt, vert. R.H.

Alleen idioten spreken nog met hun mond in de plooi over de Mens, het Beest of de Chaos.

    – Georges Perec, Een man die slaapt, vert. R.H.

Hé, jongens, we zijn ontdekt! (Een indiaan, als hij Christoffel Columbus in het oog krijgt).

    – Georges Perec, Ruimten rondom, vert. R.H.

De tijd, die het antwoord weet, is blijven verstrijken.

    – Georges Perec, Een man die slaapt, vert. R.H.

Rampen bestaan niet, ze zijn elders.

    – Georges Perec, Een man die slaapt, vert. R.H.

Jij bent zo nietig en de wereld is zo’n groot woord.

    – Georges Perec, Een man die slaapt, vert. R.H.

Je kamer is het middelpunt van de wereld.

    – Georges Perec, Een man die slaapt, vert. R.H.

De stofzuiger gaat in de gangkast; de uitgeputte lichamen gaan in de slaapkamer; beide ruimten hebben dezelfde functie van rust en onderhoud.

    – Georges Perec, Ruimten rondom, vert. R.H.

Of je nou flippert of niet flippert, iemand zal hoe dan ook een twintigcentstuk in de gleuf van het apparaat laten glijden.

    – Georges Perec, Een man die slaapt, vert. R.H.

Zodra je je ogen sluit, begint het avontuur van de slaap.

    – Georges Perec, Een man die slaapt, vert. R.H.

Boeken worden niet verspreid, ze worden bijeengebracht.

    – Georges Perec, ‘Beknopte aantekeningen over het oordeelkundig ordenen van je boeken’, Ik ben geboren, vert. R.H.

Mensen moeten kunnen vergeten dat er muren zijn en daar hebben ze niets beters op gevonden dan schilderijen.

    – Georges Perec, Ruimten rondom, vert. R.H.

De wereld is een levende, lastige werkelijkheid, die door de macht van woorden beetje bij beetje wordt veroverd.

    – Georges Perec, ‘Robert Antelme of de waarheid van de literatuur’, Ik ben geboren, vert. R.H.

Achter iedere utopie zit steevast een taxonomisch masterplan: een plaats voor elk ding en elk ding op zijn plaats.

    – Georges Perec, ‘Denken/klasseren’, Ik ben geboren, vert. R.H.

Onverschilligheid heeft geen begin en geen eind.

    – Georges Perec, Een man die slaapt, vert. R.H.

Dagbladen spreken over van alles, behalve over het dagelijkse.

    – Georges Perec, ‘Nader tot wat?’, Ik ben geboren, vert. R.H.

De ruimte lijkt ofwel makkelijker te plooien ofwel minder te vrezen dan de tijd: overal kom je mensen met horloges tegen en maar hoogst zelden mensen met kompassen.

    – Georges Perec, Ruimten rondom, vert. R.H.