Jeugdwerk is oud werk: de echte overmoed komt pas later.
De waarheid: tamelijk onbetamelijk.
Ongelijk hebben is bitter, gelijk hebben nog bitterder misschien.
Een maxime bedenk je zoals je iets terugvindt wat je kwijt was. Als je het terugvindt.
De mens, een illegaal.
Hij stortte zich in het gewoel met de levenslust van een terminaal zieke.
Literatuur is voor losers. Actieheld krijgt happy end: kom daar eens om in de schone letteren!
Eén liefde is veel liefde.
Het ongewetene verdwijnt in de nacht als twee rode lichtjes.
Druk doende te verdoezelen dat ik niets doe.
Lispelt het bos: dit is alles wat er is.
Iemand zijn bekrompenheid voorhouden is niet speciaal ruimdenkend.
Een boek dat goed verkoopt kan een goed boek zijn.
Doodgaan is alles geven wat je hebt.
Het verlangen om onbehagen te wekken, dat is wat een schrijver, soms, onderscheidt van een prostituee.
De dood is een telefoontje.
Zelfverklaarde kwakwakwaliteitsbewakers – maar natuurlijk, jongens, wij zijn voohoohoor!
Leve de achteringang.
Hij had veel aandacht tegen zichzelf.
Nieuwjaar: wenskaarten bij het oud papier.
Jong is nieuw; oud is oud; sofismen.
Echt weer om thuis te blijven en een mooie, dikke, naargeestige roman te lezen.
De boekenkast, de klerenkast, de koelkast: lachspiegels van de ziel.
Een hoer is, voor sommige mannen, een vrouw die niet op hun avances ingaat.
Het sentiment mag vals zijn, de tranen zijn echt.
Een bron dorst nooit.
Jaloezie: de gevangene waant zich inspecteur.
Sommige mensen zijn als telefoonnummers, je kunt ze wel schrappen maar ze blijven rondspoken in je hoofd.
Lente is leeftijdloos.
Al heb je niets om aan te trekken, je trekt altijd iets aan.
Een taal machtig worden begint met vrijwillige onderwerping.
Jaknikkers: mensen wier mening niet wordt gevraagd.
Ga ervan uit dat de mensen die je vervelend vindt je vervelend vinden.
Wat niet gebruikt wordt, slijt.
Je bent nooit te oud om opnieuw te leren zwemmen.
Schrijversroem die niet regelmatig met vurige epitheta wordt gevoed, vervalt al snel tot as.
Wie een stelling van verschillende kanten bestookt, loopt het risico in zijn eigen vuurlinies terecht te komen.
Van de doden scheiden we niet minder onophoudelijk.
Radicaal en ridicuul liggen niet ver uiteen.
Op tv komen: roem in één ruk.
Liever taai en ongenietbaar dan vetgemest met geluk.
Je kunt erom huilen en je kunt erom lachen. Je kunt er maar beter om lachen.
Afscheid duurt een leven lang.
In de waanzin van het bestaan gelaten worden.
Zolang er hoop is blijft het tobben.
Blijven geloven dat we eens zullen bijten in die ons voorgehouden worst of wortel.
Is er een mooier streven dan te leven zonder?
Geen zon gaat onder zonder ons.
Halfbakken wijsheden constiperen het denken.
Alleen wie zich verjongt laat alles bij het oude.
Soms ga je niet te dicht naar de ander.
Onvertaalbaarheid noodt tot vertalen.
Proeven of snoeven, dat is de vraag.
Zeggen hoe zwaar hij is maakt de steen niet lichter.
De mens is een prille bejaarde.
Met het willen winnen ervan gaat veel tijd verloren.
Hoe blind we zijn, zien we pas als de schellen ons van de ogen vallen.
Afscheid nemen doe je alleen.
Ouderdom: niet meer weten wat je vergeten bent.