Ramuz, C. F.

Zo zijn mensen: ze zouden zichzelf een pak slaag moeten geven, maar ze slaan hun paard.

    – C.F. Ramuz, Vie de Samuel Belet, vert. M.d.H. & R.H.

Ik merk dat ik vooruitga, want ik begin weer nergens iets van te begrijpen.

    – C.F. Ramuz, Journal, vert. M.d.H.

Hébben wil je, en anders maak je kapot.

    – C.F. Ramuz, Schoonheid op aarde, vert. R.H.

Je schaduw draait om je heen tot je dood bent, dat is alles.

    – C.F. Ramuz, Schoonheid op aarde, vert. RH

De wijn kent geen pardon.

    – C.F. Ramuz, La Grande Peur dans la montagne, vert. R.H.

Je kunt beter iets verliezen dan alles verliezen.

    – C.F. Ramuz, La Grande Peur dans la montagne, vert. R.H.

Als je de sterren had kunnen tellen, had je gezien dat er geen enkele ontbrak.

    – C.F. Ramuz, La Grande Peur dans la montagne, vert. R.H.

Wie kijkt, ziet niet.

    – C.F. Ramuz, Journal, vert. R.H.

Door altijd maar weg te gaan, blijf ik thuis.

    – C.F. Ramuz, Journal, vert. M.d.H.

Het kunstwerk: is het goed, dan wordt er nooit genoeg voor betaald; is het slecht, dan wordt er altijd te veel voor betaald.

    – C.F. Ramuz, Journal, vert. R.H.

Zonden tegen de taal bestaan niet, er bestaan alleen zonden tegen het denken.

    – C.F. Ramuz, Journal, vert. R.H.

De enige echte droefheid schuilt in een tekort aan verlangen.

    – C.F. Ramuz, Journal, vert. M.d.H./R.H.

Wat in de kunst wordt bevredigd: heerszucht.

    – C.F. Ramuz, Journal, vert. R.H.