Geld koopt zijn beschamende kwaliteiten af door kwantiteit.
Buiten een volle buik die vrolijk zijn voedsel verteert en krachtige, bevredigde zintuigen, is alles ijdelheid en kwelling des geestes.
Voor wie het bezit, neemt geld de plaats in van deugd.
Wantrouw een oneerlijk man, maar vertrouw een eerlijk man niet.
Stelen op grote schaal en teruggeven op kleine schaal, dat is filantropie.
Iedereen bestelen is niemand bestelen.
In het graf waarnaar je op weg bent zullen je deugden je niet vergezellen; je zult er alleen wormen vinden.
Uit een kei wordt geen wijn getrokken, uit een lijk geen winst: uitgebuit worden alleen de levenden.