Je moet wel door de muil van een leeuw zijn gegaan, zijn verteerd en uitgebraakt of op enigerlei wijze uitgescheiden, om een beetje trots te kunnen zijn op de kop waarmee je rondloopt.
– Eugène Savitzkaya, Les règles de solitude, vert. M.d.H./R.H.
13/12/2011
Je afvragen waarom vuilnisbakken stinken is je afvragen waarom vuilnisbakken bestaan.
– Eugène Savitzkaya, En vie, vert. R.H.
05/12/2011
Je afvragen waarom gelukzaligheid niet voortduurt is een andere manier om je af te vragen waarom wij voortduren.
– Eugène Savitzkaya, En vie, vert. R.H.
30/11/2011
Ik dweep niet met de dood want ik ben niet erg fijnbesnaard. Wat sterft wordt vervangen.
– Eugène Savitzkaya, En vie, vert. R.H.
24/11/2011
Het gaat er niet om schoonheid of volmaaktheid na te jagen, het gaat erom recht te doen aan het licht, de wind, de omstandigheden ter plaatse.
– Eugène Savitzkaya, En vie, vert. R.H.
04/11/2011
Ik sta, met mijn geurtjes, mijn gezicht en mijn gebulder, midden in wat beweegt en wat vooruitgaat. Niemand zou ooit mogen vergeten dat hij zich in het middelpunt van de algehele beweging bevindt.
– Eugène Savitzkaya, En vie, vert. R.H.
18/10/2011
Om ons aan de koorts van het bestaan te onttrekken hoeven we alleen maar te wachten, net zo lang tot het bestaan voorbij is.
– Eugène Savitzkaya, En vie, vert. R.H.
10/10/2011
Eén keuteltje geluk is voor iedereen ruim voldoende.
– Eugène Savitzkaya, En vie, vert. M.d.H./R.H.
21/09/2011
Je eigen gezicht aanraken is zoiets als je hand in troebel water dompelen of de vorm van een wolkje rook verstoren.
– Eugène Savitzkaya, Les règles de solitude, vert. R.H.
10/09/2011
Tussen mij en mijn gezicht is er geen afstand, geen glazen wand, geen rookgordijn maar een totale, onoverkomelijke discrepantie.
– Eugène Savitzkaya, Les règles de solitude, vert. R.H.
27/08/2011
Elk gezicht is uitzonderlijk en van grote kwaliteit, een misbakken werkstuk waarin elk foutje het toppunt van volmaaktheid vormt.
– Eugène Savitzkaya, Les règles de solitude, vert. R.H.
21/08/2011
Elk gezicht is tot de vergetelheid gedoemd zoals elke in de muur genagelde spijker, zoals elke in de suiker doodgegane vlieg, zoals rozen en nagelschrapsel.
– Eugène Savitzkaya, Les règles de solitude, vert. R.H.