Vauvenargues
De mens kan de dingen zelf niet maken, alleen veranderen. Zijn oorspronkelijkheid heeft dus geen betrekking op de stof van zijn maaksels, maar op de vorm die hij aan die stof geeft. Een architect maakt het marmer dat hij voor een bouwwerk gebruikt niet zelf, hij schikt het alleen, en het idee voor die schikking ontleent hij ook nog eens aan verschillende modellen, die hij in zijn verbeelding tot een nieuw geheel samensmelt. Ook een dichter schept de beelden van zijn poëzie niet zelf, maar haalt ze uit de schoot der natuur en plakt ze op uiteenlopende zaken om die aanschouwelijk te maken. En ook de denker: hij grijpt een eeuwig bestaande, zij het dikwijls onbekende waarheid en combineert die met een andere waarheid tot een beginsel. Zo ontstaan op verschillende terreinen de meesterwerken van beschouwing en verbeelding. Als je ogen goed genoeg zijn om in de schoot der natuur te kijken, ontdek je daar, afhankelijk van het soort geest dat je hebt, hetzij de kern en onderlinge samenhang van waarheden die anderen alleen oppervlakkig aanroeren, hetzij de juiste verbinding tussen beelden en de waarheden die ze illustreren. Als je niet tot die vruchtbare bron kunt doordringen, of niet genoeg kracht of precisie bezit om je zintuiglijke indrukken en je ideeën met elkaar te verbinden, breng je levenloze fantomen voort en lever je duidelijker dan alle denkers het bewijs van ons creatieve onvermogen.
-
– Vauvenargues, ‘Oorspronkelijkheid’, in De menselijke geest – een inleiding, vert. M.d.H.
Van nature waarderen we iets alleen voor zover we er genoegen in scheppen, en maar al te vaak scheppen we in niets zoveel genoegen als in onszelf; vandaar de altijd oneerlijke vergelijkingen die we tussen onszelf en de anderen maken, en waarop we al onze trots baseren.
-
– Vauvenargues, De menselijke geest – een inleiding, vert. M.d.H.
We dichten een papegaai gedachten en gevoelens toe, we beelden ons in dat hij van ons houdt, dat hij bang voor ons is, dat hij onze liefkozingen voelt enzovoort. Dat alles omdat we houden van onze eigen vermeende superioriteit. Fraaie macht is dat! Maar zo is de mens.
-
– Vauvenargues, De menselijke geest – een inleiding, vert. M.d.H.
Volgens mij kun je zonder overdrijven stellen dat de grote massa geen juiste smaak heeft: de beschamende stroom van lachwekkende werken bewijst dat overduidelijk. Die boeken is weliswaar geen lang leven beschoren, maar hun opvolgers zijn niet naar betere leest gevormd: de ogenschijnlijke wispelturigheid van het publiek geldt enkel de auteurs.
-
– Vauvenargues, De menselijke geest – een inleiding, vert. M.d.H.