Roorda, Henri

Ik zou mensen die elkaar afslachten voorhouden: ‘Schamen jullie je niet voor jullie slechte manieren waar de onschuldige sterren bij staan? Het hele universum kijkt naar jullie.’

    – Henri Roorda, ‘Astronomie en pacifisme’, Het vrolijke pessimisme, vert. R.H.

Laat men in alle landen een nieuwe wet uitvaardigen, die als volgt kan worden geformuleerd: ‘Elke samenscholing van helden is ten strengste verboden.’

    – Henri Roorda, Du coke à l’âme, vert. M.d.H./R.H.

Het is onmiskenbaar: er zijn ongeveer dertig slechte dagen per maand.

    – Henri Roorda, ‘Een slechte dag: de 12de’, Het vrolijke pessimisme, vert. R.H.

Boeken die het publiek niet kan missen, zijn uiterst zeldzaam. Is er ooit ook maar één geweest?

    – Henri Roorda, ‘Voorwoord’, À prendre ou à laisser, vert. R.H.

Zou de ongelijkheid tussen mensen niet te groot worden als degenen die alle vruchten van de aarde kunnen genieten ook nog eens op algemene hoogachting zouden mogen rekenen? De altijd vooruitziende Natuur begiftigt hen doorgaans met een buik in de vorm van een doelwit, om de aandacht van de franc-tireurs van de maatschappijkritiek te trekken.

    – Henri Roorda, ‘Een noodzakelijk blad’, Het vrolijke pessimisme, vert. R.H.

Landschappen zijn enkel mooi voor wie het verdient.

    – Henri Roorda, ‘Une petite ville’, vert. R.H.

Als geleerden niet in de eenvoud van de natuurwetten geloofden, zouden ze hun laboratoria en hun boeken in de steek laten en hun heil zoeken in de drank.

    – Henri Roorda, ‘De tuchteloze seizoenen’, in: Het vrolijke pessimisme, vert. R.H.

Ooit, als de mensen elkaar liefhebben, zullen de vrienden van onze vrienden onze vrienden zijn.

    – Henri Roorda, ‘De vrienden van onze vrienden’, vert. M.d.H./R.H.

Vertel je liefdesverhalen niet aan je jeugdvrienden, het zou ze geen moer interesseren. Ze zijn even egoïstisch als jij.

    – Henri Roorda, Almanach Balthasar 1924, vert. R.H.

Trouw in de winter. Tijdens een hittegolf zou de innige verstrengeling minder genietbaar zijn.

    – Henri Roorda, Almanach Balthasar 1924, vert. R.H.

Liefde is geen besmettelijk gevoel. Het is in sommige gevallen zelfs heel moeilijk op te wekken bij de persoon die je liefhebt.

    – Henri Roorda, ‘Oermodder’, Het vrolijke pessimisme, vert. R.H.

In de blik van een leeuw die geen honger meer heeft, ligt een geruststellende, haast menselijke uitdrukking.

    – Henri Roorda, Almanach Balthasar 1925, vert. R.H./M.d.H.

Omdat het leven kort is, zouden boeken dun moeten zijn.

    – Henri Roorda, ‘Le travail et le capital’, vert. R.H.

Niesen is internationaal: je niest nooit met een buitenlands accent.

    – Henri Roorda, À prendre ou à laisser, 1919, vert. R.H.

Zijn we te deugdzaam, dan is dat vernederend voor anderen.

    – Henri Roorda, ‘La tolérance’, Gazette de Lausanne, 1919, vert. R.H.

‘Hoe kunnen we de eindjes aan elkaar knopen?’ Ik heb het probleem in de stilte van mijn studeerkamer langdurig onderzocht en ben tot de slotsom gekomen dat het onoplosbaar is. Er is absoluut niets aan te doen: we zullen de eindjes nooit aan elkaar knopen. De eindjes bungelen ten eeuwigen dage in de leegte, elk aan zijn eigen kant.

    – Henri Roorda, ‘Un drôle d’organisme’, Vert. R.H./M.d.H.

Zou de ongelijkheid tussen mensen niet te groot worden als degenen die alle vruchten van de aarde kunnen genieten ook nog eens op algemene hoogachting zouden mogen rekenen? De altijd vooruitziende Natuur begiftigt hen doorgaans met een buik in de vorm van een doelwit, om de aandacht van de franc-tireurs van de maatschappijkritiek te trekken.

    – Henri Roorda, ‘Een noodzakelijk blad’, Het vrolijke pessimisme, vert. R.H.

De gewoonte om iemand die maar één keer een moord heeft begaan een ‘moordenaar’ te noemen, heb ik altijd een betreurenswaardige, overhaaste generalisatie gevonden. Kom aan! Noemen we een individu die maar één keer heeft gerookt een ‘roker’?

    – Henri Roorda, ‘Acquittements’, Gazette de Lausanne, 1924, vert. R.H.

Ik zou graag met mezelf kennis willen maken.

    – Henri Roorda, Le Roseau pensotant, vert. R.H.

Het nijlpaard heeft geen toekomst. Maar wel een lang verleden. Wat bewijst dat het ooit een fraaie toekomst heeft gehad.

    – Henri Roorda, L’Hippopotame, vert. R.H.

De grammofoon heeft, in het klein, de onsterfelijkheid van de ziel verwezenlijkt.

    – Henri Roorda, Le Roseau pensotant, vert. R.H.

Ideeën moet je niet te veel schudden voor gebruik. Dat maakt ze troebel.

    – Henri Roorda, Il ne faut pas jouer avec les allumettes, vert. R.H.

Wat is een vriend als je geen tijd hebt om aan hem te denken?

    – Henri Roorda, À prendre ou à laisser, vert. M.d.H.

Op de weg naar de Vooruitgang staan geen wegwijzers.

    – Henri Roorda, Le Roseau pensotant, vert. R.H./M.d.H.

Het is niet nodig mensen lessen in pessimisme te geven. Dat doet het leven wel.

    – Henri Roorda, À prendre ou à laisser, vert. R.H.

Door lekkere dingen te eten en goede wijn te drinken, kunnen we deelnemen aan gesprekken die anders onverdraaglijk zouteloos zouden zijn geweest.

    – Henri Roorda, À prendre ou à laisser, vert. R.H.

Mooie gedachten die spiernaakt rondlopen, verouderen minder snel dan gedachten die getooid zijn met kostbare, handgeweven stoffen.

    – Henri Roorda, Le Style, vert. R.H.

Laten we genieten van het vertrekken, al zijn we er zeker van dat we nooit zullen aankomen.

    – Henri Roorda, ‘Sympathie’, vert. R.H.

Als trekdier heeft de vlo weinig toekomst. Je moet vooral oppassen voor zijn eerste beweging: de sprong.

    – Henri Roorda, À prendre ou à laisser, vert. R.H.

Ouderdom is nergens goed voor. Als ik de wereld had geschapen, had ik de liefde aan het eind van het leven gezet. Mensen zouden zich tot hun laatste snik gesteund hebben geweten door een vage, wonderbaarlijke hoop.

    – Henri Roorda, Un amoureux, vert. R.H.

Tegenwoordig vinden zeer rijke mensen in alle grote wereldsteden de bestaanswijze waaraan ze gewend zijn. Zeer arme mensen ook.

    – Henri Roorda, Mon internationalisme sentimental, vert. R.H.

Ik stel me voor hoe de rijken zouden kijken als de armen op grote schaal zelfmoord pleegden om hun grauwe bestaan te bekorten. Ze zouden vast zeggen dat dat immoreel is.

    – Henri Roorda, Mijn zelfmoord, vert. R.H.

Lange afstanden bestonden al geruime tijd voor de uitvinding van de kilometer.

    – Henri Roorda, Ma documentation, vert. R.H.

De olifant is een van de grappigste olifantasieën van de natuur.

    – Henri Roorda, Almanach Balthasar, vert. R.H.

De zwaluw vliegt met de snelheid van de zebra (die trouwens zelden vliegt).

    – Henri Roorda, Almanach Balthasar, vert. R.H.

Er zijn mensen die vinden dat de giraffe een te lange nek heeft. Een absurd standpunt. Als de giraffe geen zeer lange nek had, was het geen giraffe.

    – Henri Roorda, Almanach Balthasar, vert. R.H.

Vijfhonderd jaar na uitvinding van de boekdrukkunst zijn de meeste mensen nog altijd niet in staat om hun voeten te vegen voordat ze een woning binnen gaan.

    – Henri Roorda, Le roseau pensotant, vert. R.H.

Als je getallen veracht, nemen ze wraak.

    – Henri Roorda, À prendre ou à laisser, vert. R.H.

Waar de mensheid naartoe gaat weet ze niet, maar sinds een eeuw heeft ze duidelijk de bedoeling om daar zo snel mogelijk te komen.

    – Henri Roorda, Le roseau pensotant, vert. R.H.

Wanneer ze veel geld heeft lijkt een lelijke vrouw al minder lelijk.

    – Henri Roorda, Mijn zelfmoord, vert. R.H.

Leugen, hypocrisie: dat is misschien waarmee de mens het best van het dier kan worden onderscheiden.

    – Henri Roorda, Mijn zelfmoord, vert. R.H.

Er bestaan twee soorten ploertigheid: die van misdadigers en die van fatsoenlijke mensen.

    – Henri Roorda, Mijn zelfmoord, vert. R.H.

God kan niet op alle waaroms van de mens een antwoord verzinnen.

    – Henri Roorda, Mijn zelfmoord, vert. R.H.

Het universum wordt veel onbelangrijker als ik er niet meer ben.

    – Henri Roorda, Mijn zelfmoord, vert. R.H.

Ons hart is niet de volmaakte thermosfles die de gloed van onze jeugd tot het einde toe zonder warmteverlies bewaart.

    – Henri Roorda, Mijn zelfmoord, vert. R.H.

Zalig zij die een slechte maag hebben, want zij zullen deugdzaam zijn.

    – Henri Roorda, Mijn zelfmoord, vert. R.H.