Kafka, Franz

Wat is vrolijker dan het geloof aan een huisgod!

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 68, vert. M.d.H.

Het dier ontwringt de meester de zweep en geselt zichzelf om meester te worden en weet niet dat het maar een fantasie is, opgewekt door een nieuwe knoop in het zweepkoord van de meester.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 29b, vert. M.d.H.

De disproportie van de wereld schijnt tot onze troost slechts numeriek te zijn.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 41, vert. M.d.H.

Als je het kwaad eenmaal bij je opgenomen hebt, hoeft het niet zo nodig meer te worden geloofd.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 28, vert. M.d.H.

Het beslissende moment in de menselijke ontwikkeling is eeuwigdurend. Daarom hebben de revolutionaire ideologieën, die al het vroegere nietig verklaren, het recht aan hun zijde, want er is nog niets gebeurd.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 6, vert. M.d.H.

De bijgedachten waarmee je het kwaad in je opneemt zijn niet van jou, maar van het kwaad.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 29, vert. M.d.H.

Het negatieve te doen is ons nog opgelegd, het positieve is ons al gegeven.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 27, vert. M.d.H.

Het woord ‘zijn’ betekent beide: er-zijn en hem-toebehoren.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 46, vert. M.d.H.

Het van walging en haat vervulde hoofd op de borst laten hangen.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 42, vert. M.d.H.

A. is een virtuoos en de hemel is zijn getuige.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 49, vert. M.d.H.

Een van de doeltreffendste verleidingsmiddelen van het kwaad is de uitnodiging tot het gevecht. Het is als het gevecht met vrouwen, eindigend in bed.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 7, vert. M.d.H.

De jachthonden spelen nog op de binnenplaats, maar het wild, dat nu al hard door de bossen jaagt, zal niet ontkomen.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 43, vert. M.d.H.

De kraaien beweren dat één kraai de hemel kan vernietigen. Dat is zonder meer waar, maar het bewijst niets tegen de hemel, want hemel betekent nu juist: onmogelijkheid van kraaien.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Wie alleen voor de toekomst zorgt, neemt minder voorzorg dan wie alleen voor het ogenblik zorgt, want hij zorgt niet eens voor het ogenblik, maar alleen voor het voortduren ervan.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Alleen door ons tijdsbegrip noemen we het Laatste Oordeel zo, eigenlijk is het een standrecht.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Vroeger begreep ik niet waarom ik geen antwoord op mijn vragen kreeg, nu begrijp ik niet hoe ik vragen dacht te kunnen stellen. Maar ik dacht helemaal niet, ik vroeg alleen.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Iemand verbaasde zich erover hoe makkelijk hij de weg van de eeuwigheid ging; hij vlóóg namelijk omlaag.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

De beschouwende is in zekere zin de meelevende, hij hecht zich aan het levende, hij probeert met de wind gelijke tred te houden. Dat wil ik niet zijn.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Uit eigen wil draaide hij zich als een vuist om en meed de wereld.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Maar het eeuwige is niet het stilstaan van het tijdelijke.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Het is de oude grap: wij houden de wereld tegen en klagen dat zij ons tegenhoudt.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Ook in de kunstenaar zelf vallen het perspectief van de kunst en dat van het leven niet samen.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Er bestaat alleen een geestelijke wereld, wat wij de zinnelijke noemen is het kwaad in de geestelijke.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Aan de kust is de branding het sterkst, zo smal is haar territorium en zo onoverwinnelijk.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Als wij niet uit het paradijs waren verdreven, had het paradijs vernietigd moeten worden.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Zo min mogelijk liegen doe je alleen als je zo min mogelijk liegt, niet als je er zo min mogelijk gelegenheid toe hebt.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Niet iedereen kan de waarheid zien, maar zijn.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Het is het een of het ander: waarheid of leugen. De waarheid is ondeelbaar, kan zichzelf dus niet zien. Wie haar wil zien, moet leugen zijn.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Het gruwelijkste van de dood: een schijnbaar einde veroorzaakt echte pijn.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Wie zoekt vindt niet, wie niet zoekt wordt gevonden.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Er zijn twee menselijke hoofdzonden, waaruit alle andere kunnen worden afgeleid: ongeduld en nonchalance. Vanwege het ongeduld zijn ze uit het paradijs verdreven, vanwege de nonchalance keren ze niet terug. Maar misschien is er maar één hoofdzonde: het ongeduld. Vanwege het ongeduld zijn ze verdreven, vanwege het ongeduld keren ze niet terug.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 3, vert. M.d.H.

Geen enkele druppel loopt over en voor geen enkele druppel is meer plaats.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Omgang met mensen leidt tot introspectie.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Zelfvergetelheid of zelfopheffing van de kunst: wat vlucht is, doet zich voor als wandeling of zelfs als aanval.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Wie zich afkeert van de wereld, moet alle mensen liefhebben, want hij keert zich ook van hun ‘wereld’ af.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Je verklaart het bestaan als een rusten, een rusten in de beweging.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Wij werden geschapen om in het paradijs te leven, het paradijs was bestemd om ons te dienen. Onze bestemming is veranderd, die van het paradijs niet.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Onze redding is de dood – maar niet deze.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Op het hiernumaals kan geen hiernamaals volgen, want het hiernamaals is eeuwig en kan dus met het hiernumaals geen relatie in de tijd hebben.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Alle menselijke fouten zijn ongeduld, een voortijdig afbreken van het methodische, een schijnbaar ompalen van de schijnbare dingen.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 2, vert. M.d.H.

Adams eerste huisdier na de verdrijving uit het paradijs was de slang.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Verscheidenheid van de manieren waarop je tegen, zeg, een appel kunt aankijken: de manier van de kleine jongen, die zijn nek moet uitstrekken om de appel nog net op het tafelblad te zien, en de manier van de heer des huizes die de appel pakt en ongehinderd aan de disgenoot geeft.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Er zijn ontelbaar veel schuilplaatsen en maar één redding, echter weer evenveel kansen op redding als schuilplaatsen.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 26, vert. M.d.H.

Dat onze taak precies even groot is als ons leven, geeft er een schijn van oneindigheid aan.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Wij kropen door het stof, een slangenpaar.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Het geluk begrijpen dat de grond waarop je staat niet groter kan zijn dan de twee voeten die hem bedekken.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 24, vert. M.d.H.

Als je toch eens een indiaan was, direct paraat, en op het dravende paard, schuin in de lucht, telkens even trilde boven de drillende grond, tot je de sporen losliet, want er waren geen sporen, tot je de teugels wegwierp, want er waren geen teugels, en het land voor je uit nog net als vlakgemaaide heide zag, zonder paardenhals en paardenkop al.

    – Franz Kafka, ‘Wunsch, Indianer zu werden’, in Betrachtung, vert. M.d.H.

Er is een doel, maar geen weg; wat wij weg noemen is getreuzel.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 26a, vert. M.d.H.

Twee mogelijkheden: je oneindig klein maken of het zijn. Het eerste is voltooiing en dus dadeloosheid, het tweede begin, en dus daad.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 90, vert. M.d.H.

Jij bent de opdracht. Geen leerling te bekennen.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 22, vert. M.d.H.

Je kunt je afzijdig houden van het lijden van de wereld, dat staat je vrij en ligt in je aard, maar misschien is juist die afzijdigheid het enige leed dat je kunt vermijden.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 103, vert. M.d.H.

Hoe kun je blij zijn met de wereld, behalve door er je toevlucht te zoeken?

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 25, vert. M.d.H.

De ware tegenstander geeft je grenzeloze moed.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 23, vert. M.d.H.

Hij rent achter de feiten aan als een beginnend schaatser die bovendien ergens oefent waar het niet mag.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 67, vert. M.d.H.

Als een weg in de herfst: amper schoongeveegd of hij raakt weer bedekt met dorre bladeren.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 15, vert. M.d.H.

Kies in de strijd tussen jou en de wereld de kant van de wereld.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 52, vert. M.d.H.

Hoe meer paarden je inspant, hoe sneller het gaat – niet het losrukken van het stootblok uit de fundering, wat onmogelijk is, maar het stukscheuren van de riemen en daarmee de vrije vrolijke rit.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 45, vert. M.d.H.

De bemiddeling van de slang was nodig: het kwaad kan de mens verleiden, maar geen mens worden.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 51, vert. M.d.H.

Een geloof als een valbijl, zo zwaar, zo licht.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 87, vert. M.d.H.

Het feit dat er niets anders dan een geestelijke wereld bestaat, ontneemt ons de hoop en geeft ons de zekerheid.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 62, vert. M.d.H.

Theoretisch bestaat er één volmaakte geluksmogelijkheid: geloven in het onverwoestbare in jezelf en er niet naar streven.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 69, vert. M.d.H.

Op deze plaats ben ik nog nooit geweest: de adem gaat anders, naast de zon straalt verblindender dan zij een ster.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 17, vert. M.d.H.

De geest wordt pas vrij wanneer hij geen steun meer hoeft te bieden.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 78, vert. M.d.H.

Zo stevig als de hand de steen vasthoudt. Maar hij houdt hem alleen stevig vast om hem verder te kunnen gooien. Echter, ook naar die verte leidt de weg.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 21, vert. M.d.H.

Het kwade is de sterrenhemel van het goede.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Want wij zijn als boomstammen in de sneeuw. Schijnbaar liggen ze los en zou je ze zo opzij kunnen duwen. Nee, dat kun je niet, want ze zijn vast verbonden met de grond. Maar kijk, ook dat is maar schijn.

    – Franz Kafka, ‘Die Bäume’, in Betrachtung, vert. M.d.H.

De makke van Don Quichot is niet zijn verbeelding, maar Sancho Panza.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Op de zevende dag rust Hij; dan bezetten wíj de aarde.

    – Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.

Er zijn vragen waar we niet omheen zouden kunnen als we er niet van nature van waren vrijgesteld.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 56, vert. M.d.H.

Meet jezelf af aan de mensheid. Twijfelaars laat zij twijfelen, gelovigen geloven.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 75, vert. M.d.H.

Laat je door de Boze niet wijsmaken dat je geheimen voor hem zou kunnen hebben.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 19, vert. M.d.H.

Hoe dwaas heb je je opgetuigd voor deze wereld.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 44, vert. M.d.H.

Zijn uitputting is die van de gladiator na de strijd, zijn arbeid was het witkalken van een hoek in een ambtsvertrek.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 34, vert. M.d.H.

Luipaarden vallen de tempel binnen en drinken de offerkruiken leeg; dat gebeurt telkens opnieuw; uiteindelijk kan men het voorspellen en wordt het onderdeel van de plechtigheid.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 20, vert. M.d.H.

In vooruitgang geloven is iets anders dan geloven dat er al vooruitgang is geboekt. Dat zou geen geloven zijn.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 48, vert. M.d.H.

Je hoeft het huis niet uit te gaan. Blijf aan je tafel en luister. Luister niet eens, wacht gewoon. Wacht niet eens, wees volkomen stil en alleen. De wereld zal zich bij je aandienen om te worden ontmaskerd, ze kan niet anders, in extase zal ze voor je kronkelen.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 109a, vert. M.d.H./R.H.

Vanaf een bepaald punt kun je niet meer terug. Dat punt moet bereikt.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 5, vert. M.d.H.

Als men de Toren van Babel had kunnen bouwen zonder erop te klimmen, dan had het gemogen.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 18, vert. M.d.H.

De ware weg gaat over een koord dat niet in de hoogte is gespannen, maar vlak boven de grond. Het lijkt meer bedoeld om over te struikelen dan om over te lopen.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 1, vert. M.d.H.

Een kooi ging eens een vogel zoeken.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 16, vert. M.d.H.

Er is geen hebben, alleen een zijn, een naar laatste adem, naar verstikking smachtend zijn.

    – Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 35, vert. M.d.H.