Kafka, Franz
Er zijn twee menselijke hoofdzonden, waaruit alle andere kunnen worden afgeleid: ongeduld en nonchalance. Vanwege het ongeduld zijn ze uit het paradijs verdreven, vanwege de nonchalance keren ze niet terug. Maar misschien is er maar één hoofdzonde: het ongeduld. Vanwege het ongeduld zijn ze verdreven, vanwege het ongeduld keren ze niet terug.
-
– Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 3, vert. M.d.H.
Verscheidenheid van de manieren waarop je tegen, zeg, een appel kunt aankijken: de manier van de kleine jongen, die zijn nek moet uitstrekken om de appel nog net op het tafelblad te zien, en de manier van de heer des huizes die de appel pakt en ongehinderd aan de disgenoot geeft.
-
– Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.
Als je toch eens een indiaan was, direct paraat, en op het dravende paard, schuin in de lucht, telkens even trilde boven de drillende grond, tot je de sporen losliet, want er waren geen sporen, tot je de teugels wegwierp, want er waren geen teugels, en het land voor je uit nog net als vlakgemaaide heide zag, zonder paardenhals en paardenkop al.
-
– Franz Kafka, ‘Wunsch, Indianer zu werden’, in Betrachtung, vert. M.d.H.
Je hoeft het huis niet uit te gaan. Blijf aan je tafel en luister. Luister niet eens, wacht gewoon. Wacht niet eens, wees volkomen stil en alleen. De wereld zal zich bij je aandienen om te worden ontmaskerd, ze kan niet anders, in extase zal ze voor je kronkelen.
-
– Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 109a, vert. M.d.H./R.H.