Author Archive
Elke lezer is tijdens het lezen de lezer van zijn eigen zelf. Het boek van de schrijver is niet meer dan een soort optisch instrument dat hij de lezer aanbiedt om hem te helpen waarnemen wat hij zonder dat boek misschien niet bij zichzelf zou hebben gezien.
-
– Marcel Proust, Le Temps retrouvé, vert. M.d.H./R.H.
De jeugd is een tijd waarin conventies verkeerd begrepen worden, en moeten worden: ofwel blindelings bestreden, ofwel blindelings nageleefd. In de beginfase van het beschouwende leven zie je nog niet in dat alleen willekeurige keuzes de mens in staat stellen om wat dan ook te grondvesten: taal, samenlevingen, kennis, kunstwerken.
-
– Paul Valéry, La Soirée avec M. Teste, vert. Henja Vlaardingerbroek
De mens kan de dingen zelf niet maken, alleen veranderen. Zijn oorspronkelijkheid heeft dus geen betrekking op de stof van zijn maaksels, maar op de vorm die hij aan die stof geeft. Een architect maakt het marmer dat hij voor een bouwwerk gebruikt niet zelf, hij schikt het alleen, en het idee voor die schikking ontleent hij ook nog eens aan verschillende modellen, die hij in zijn verbeelding tot een nieuw geheel samensmelt. Ook een dichter schept de beelden van zijn poëzie niet zelf, maar haalt ze uit de schoot der natuur en plakt ze op uiteenlopende zaken om die aanschouwelijk te maken. En ook de denker: hij grijpt een eeuwig bestaande, zij het dikwijls onbekende waarheid en combineert die met een andere waarheid tot een beginsel. Zo ontstaan op verschillende terreinen de meesterwerken van beschouwing en verbeelding. Als je ogen goed genoeg zijn om in de schoot der natuur te kijken, ontdek je daar, afhankelijk van het soort geest dat je hebt, hetzij de kern en onderlinge samenhang van waarheden die anderen alleen oppervlakkig aanroeren, hetzij de juiste verbinding tussen beelden en de waarheden die ze illustreren. Als je niet tot die vruchtbare bron kunt doordringen, of niet genoeg kracht of precisie bezit om je zintuiglijke indrukken en je ideeën met elkaar te verbinden, breng je levenloze fantomen voort en lever je duidelijker dan alle denkers het bewijs van ons creatieve onvermogen.
-
– Vauvenargues, ‘Oorspronkelijkheid’, in De menselijke geest – een inleiding, vert. M.d.H.
Een vreemdere koopwaar dan boeken bestaat in de wereld waarschijnlijk niet. Gedrukt door mensen die ze niet begrijpen; verkocht door mensen die ze niet begrijpen; gebonden, gerecenseerd en gelezen door mensen die ze niet begrijpen; en dan ook nog geschreven door mensen die ze niet begrijpen.
-
– G.C. Lichtenberg, Sudelbücher, K I/283,3, vert. M.d.H.
Maar wie ziet niet dat dwaling en waarheid noodgedwongen dezelfde trekken hebben? Dwaling gaat met zekerheid gepaard. Dwaling dringt zich op door evidentie. En alles wat over de waarheid wordt gezegd, zou je evengoed over de dwaling kunnen zeggen, je zou er dan even ver naast zitten.
-
– Louis Aragon, De boer van Parijs, vert. R.H.
Er zijn twee menselijke hoofdzonden, waaruit alle andere kunnen worden afgeleid: ongeduld en nonchalance. Vanwege het ongeduld zijn ze uit het paradijs verdreven, vanwege de nonchalance keren ze niet terug. Maar misschien is er maar één hoofdzonde: het ongeduld. Vanwege het ongeduld zijn ze verdreven, vanwege het ongeduld keren ze niet terug.
-
– Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 3, vert. M.d.H.
Verscheidenheid van de manieren waarop je tegen, zeg, een appel kunt aankijken: de manier van de kleine jongen, die zijn nek moet uitstrekken om de appel nog net op het tafelblad te zien, en de manier van de heer des huizes die de appel pakt en ongehinderd aan de disgenoot geeft.
-
– Franz Kafka, Nachlaß, vert. M.d.H.
Als je toch eens een indiaan was, direct paraat, en op het dravende paard, schuin in de lucht, telkens even trilde boven de drillende grond, tot je de sporen losliet, want er waren geen sporen, tot je de teugels wegwierp, want er waren geen teugels, en het land voor je uit nog net als vlakgemaaide heide zag, zonder paardenhals en paardenkop al.
-
– Franz Kafka, ‘Wunsch, Indianer zu werden’, in Betrachtung, vert. M.d.H.
Hoe persoonlijk we onze woorden ook proberen te maken, al schrijvend conformeren we ons niettemin aan bepaalde oude, collectieve gebruiken, en de gedachte om het uiterlijk te beschrijven van een ding dat een indruk bij ons teweegbrengt is misschien wel iets wat evengoed niet had kunnen bestaan als de beschaving een andere loop had genomen, net als het gebruik om vlees te bakken of kleren te dragen.
-
– Marcel Proust, Tegen Sainte-Beuve, vert. Marjan Hof
Je hoeft het huis niet uit te gaan. Blijf aan je tafel en luister. Luister niet eens, wacht gewoon. Wacht niet eens, wees volkomen stil en alleen. De wereld zal zich bij je aandienen om te worden ontmaskerd, ze kan niet anders, in extase zal ze voor je kronkelen.
-
– Franz Kafka, Aphorismen aus dem Nachlaß 109a, vert. M.d.H./R.H.
Van nature waarderen we iets alleen voor zover we er genoegen in scheppen, en maar al te vaak scheppen we in niets zoveel genoegen als in onszelf; vandaar de altijd oneerlijke vergelijkingen die we tussen onszelf en de anderen maken, en waarop we al onze trots baseren.
-
– Vauvenargues, De menselijke geest – een inleiding, vert. M.d.H.
We dichten een papegaai gedachten en gevoelens toe, we beelden ons in dat hij van ons houdt, dat hij bang voor ons is, dat hij onze liefkozingen voelt enzovoort. Dat alles omdat we houden van onze eigen vermeende superioriteit. Fraaie macht is dat! Maar zo is de mens.
-
– Vauvenargues, De menselijke geest – een inleiding, vert. M.d.H.
Volgens mij kun je zonder overdrijven stellen dat de grote massa geen juiste smaak heeft: de beschamende stroom van lachwekkende werken bewijst dat overduidelijk. Die boeken is weliswaar geen lang leven beschoren, maar hun opvolgers zijn niet naar betere leest gevormd: de ogenschijnlijke wispelturigheid van het publiek geldt enkel de auteurs.
-
– Vauvenargues, De menselijke geest – een inleiding, vert. M.d.H.